Download de RI&E Checklist
Ontdek waar uw bedrijf aan moet voldoen en download deze gratis checklist.
Bekijk alle downloadsGrensoverschrijdend gedrag komt steeds vaker in het nieuws als een groot risico binnen bedrijven en organisaties. Maar hoe vaak komt dit nu daadwerkelijk voor op de werkplek en wat voor verplichtingen heeft u als werkgever om dit tegen te gaan? Vanuit de wet wordt omschreven dat u als werkgever verplicht bent beleid te voeren tegen psychosociale arbeidsbelasting, oftewel PSA, waarvan ongewenst gedrag en hoge werkdruk belangrijke oorzaken zijn. In dit artikel behandelen we de richtlijnen vanuit de Arbeidsinspectie als het gaat om het verlagen van PSA. Ook bespreken we checklists die u kunt afgaan om uw eigen beleid te verbeteren.
Volgens beleid bent u als werkgever verplicht uw werknemers te beschermen tegen grensoverschrijdend gedrag en meer algemeen: psychosociale arbeidsbelasting, oftewel PSA. Wat houdt dit precies in, en hoe rekent dit zich uit in de praktijk? Ongewenste omgangsvormen of hoge werkdruk kunnen leiden tot PSA. Dit kan een hoge mate van stress teweegbrengen en verschillende lichamelijke, psychische en sociale klachten veroorzaken. PSA kan een grote impact hebben op uw werknemers, die een groot gedeelte van hun tijd op werk doorbrengen. Niet alleen in hoe zij zich emotioneel en mentaal voelen, maar ook in hun gezondheid. Een te hoge PSA kan dus ook vaak leiden tot allerhande ziekteverzuim, zoals een burn-out. Volgens cijfers van CBS omtrent PSA op de werkplek:
Omdat PSA een grote aanleiding is voor risico’s in de gezondheid en veiligheid van werknemers zijn er verschillende regels opgenomen in de Arbowet. Dit vertaalt zich in de volgende punten:
Ook om de wet te volgen is het dus belangrijk om PSA te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken, maar welke maatregelen kunt u hiervoor nemen? Bestaat er een beleid dat door iedereen toegepast kan worden of moet u uw beleid op maat maken? De Arbeidsinspectie noemt een aantal voorbeelden van maatregelen ten aanzien van ongewenste omgangsvormen:
Volgens de Arbeidsinspectie zelf is het instellen van een vertrouwenspersoon een belangrijke manier om PSA tegen te gaan als het gaat om ongewenste omgangsvormen. Bij het werk van een vertrouwenspersoon wordt natuurlijk snel gedacht aan het melden van ernstige zaken als seksuele intimidatie en discriminatie. Maar een vertrouwenspersoon kan ook helpen bij andere meldingen. Zoals wanneer een werknemer gepest wordt binnen een team of wanneer er iemand zijn of haar collega iets van werk ziet stelen. Spelen er conflicten op de werkvloer, of heeft een werknemer een aanvaring gehad met zijn of haar collega? Dan kan een vertrouwenspersoon de medewerker helpen zijn of haar hart te luchten en adviseren over eventuele vervolgstappen. MediWerk kan eigen vertrouwenspersonen inzetten voor onze klanten. De vertrouwenspersoon kan de volgende taken hebben:
Er zijn natuurlijk situaties waarin bleek dat hoewel er een of meerdere vertrouwenspersonen aanwezig waren, werknemers zich niet snel melden wanneer ongewenst gedrag wordt ervaren. Naar onderzoek van CNV gaat zelfs 41% van de werknemers niet naar de vertrouwenspersoon nadat er sprake is geweest van seksuele intimidatie. Maar waarom gebeurt dit en wat is er nodig om te zorgen dat er wel aan de bel wordt getrokken bij de vertrouwenspersoon?
Een vertrouwenspersoon is op dit moment niet verplicht vanuit de Arbowetgeving. Over het algemeen mag u zelf bepalen over de invulling van uw beleid om PSA te voorkomen of te beperken. Wel is in 2020 is door GroenLinks een wetsvoorstel ingediend om het daadwerkelijk wettelijk verplicht te maken. Het is onzeker of dit voorstel wordt aangenomen, maar met het oog op de aanbeveling van de Arbeidsinspectie zelf kan het zeker al verstandig zijn een vertrouwenspersoon aan te stellen.
Om te weten of uw beleid alle punten omvat om effectief te zijn tegen PSA, kan het handig zijn de focuspunten van de Arbeidsinspectie te weten bij een bezoek. Welke maatregelen krijgen prioriteit en is het hebben van een vertrouwenspersoon nu wel of niet belangrijk als het niet verplicht is? We behandelen in dit artikel verschillende richtlijnen omtrent de werkdruk en ongewenste omgangsvormen zoals we die kennen van de handhavingsmethodes en uitgevoerde inspecties en controles.
Hoewel het op dit moment (nog) niet verplicht is een vertrouwenspersoon te hebben, benoemt de Arbeidsinspectie dat ze bij inspectie zeker controleren of er een onafhankelijke vertrouwenspersoon aanwezig is. Daarom zou kunnen worden gezegd dat een vertrouwenspersoon ‘in de praktijk’ wel als verplichting kan worden gezien.
De Arbeidsinspectie hanteert verschillende checklists omtrent de werkdruk en ongewenst gedrag om te evalueren of uw beleid naar behoren functioneert. En of er voldoende aandacht wordt gegeven aan risicopunten, en hoe u deze beperkt en voorkomt. U kunt daarom ook binnen uw bedrijf een zelfinspectie omtrent onderwerpen als werkdruk en ongewenst gedrag toepassen. Dat is handig wanneer u een controle anticipeert, maar ook vooral om te weten of u op de goede weg bent met uw beleid.
Met actuele veranderingen binnen de maatschappij nationaal, maar ook internationaal, lijkt het onoverkomelijk dat de werkdruk soms als hoger of lager wordt ervaren. Want wat voor impact zouden veranderingen als thuiswerken en de pandemie hebben op de werkdruk? Volgens onderzoek van TNO had 1,2 miljoen werknemers last van burn-outklachten als gevolg van werkstress in 2021. Dat betekent dat de situatie in Nederland niet verslechterd is door de pandemie, maar dat werkstress nog steeds een van de belangrijkste redenen blijft voor langdurig ziekteverzuim. Omdat de gemiddelde ziekteduur van burn-out van 290 dagen ook hoog is, en iedere werkgever gemiddeld 60.000 euro kost, zijn werkgevers in Nederland gemiddeld 3,2 miljard euro aan verzuimkosten kwijt als gevolg hiervan. Het bestrijden van een hoge werkdruk is daarom niet alleen van belang om goed door de inspectie te komen, maar bespaart u ook veel kosten.
Vanuit de Arbeidsinspectie kunt u ook een zelfinspectie doen omtrent de stand van zaken als het gaat om werkdruk in uw eigen bedrijf. De volgende punten staan vaak op de checklist bij een inspectie.
Het is wellicht lastig een precieze definitie van ongewenste omgangsvormen te geven. Voor wie is het gedrag ongewenst, en waar ligt de grens? Over het algemeen verstaan we onder ongewenste omgangsvormen gedrag als seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie. Dit gedrag kan intern zijn, waarbij deze vormen veroorzaakt worden door collega’s of leidinggevenden. Maar ook vanuit derden kan uw werknemer dit gedrag ervaren, zoals door burgers, cliënten, patiënten, leveranciers, etc. Hierbij gaat het overwegend om vormen van agressie en/of geweld.
Volgens het jaarverslag van de Arbeidsinspectie werd er binnen alle bedrijven en organisaties die ze inspecteerden te weinig aandacht aan PSA en discriminatie besteedt in de RI&E. Ook bleek dat er over het algemeen onvoldoende voorlichting aan werknemers werd gegeven en hadden leidinggevenden geen instructie ontvangen over hoe ze ongewenst gedrag kunnen herkennen. Ook als het gaat om hoe ze hier mee om moesten gaan, en hoe het aan te pakken.
Volgens onderzoek van TNO van de arbeidsomstandigheden (2017/2018), ervaart 15,6% van alle werknemers wel eens ongewenste omgangsvormen door collega’s of leidinggevenden. Uit cijfers in 2020 blijkt dat dit percentage iets omlaag is gegaan naar 12,7%. Dat zou kunnen worden uitgelegd door de hoge mate van thuiswerken in dat jaar. De volgende cijfers komen in het onderzoek naar voren:
Van de Nederlandse werknemers is 10,7% in 2018 wel eens geïntimideerd door collega’s of leidinggevenden. In 2020 is dit minder, 8,4% van de werknemers heeft dit ervaren.
Ongewenste seksuele aandacht door collega’s of leidinggevenden komt vaker voor bij vrouwen (2,9%) dan bij mannen (0,8%) volgens cijfers uit 2020.
In 2020 wordt van de werknemers in Nederland 6,6% wel eens gepest door collega’s of leidinggevenden.
Vanuit de Arbeidsinspectie kunt u ook een zelfinspectie doen omtrent de stand van zaken als het gaat om pesten, discriminatie en seksuele intimidatie. De volgende punten staan vaak op de checklist bij een inspectie.
Ongewenste gedragsvormen op de werkvloer voorkomen en aanpakken, begint bij het invoeren van een gedragscode. Hiermee communiceert u bijvoorbeeld welk gedrag wel en niet getolereerd wordt. Dit kan bijdragen aan het creëren van een veilig een gezonde werkomgeving voor uw werknemers. TNO ontwikkelde op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een handreiking met praktische en bruikbare informatie. Denk hierbij aan een stappenplan met aandachtspunten voor het opstellen van een gedragscode, het actualiseren en levend houden van de gedragscode en het belang om werknemers en professionals erbij te betrekken.
Komen uw werknemers veelvuldig in contact met externen zoals klanten of passagiers? Het kan lastiger zijn om ongewenste omgangsvormen te voorkomen of te beperken wanneer uw werknemers worden lastig gevallen door derden. U kan natuurlijk geen regels opleggen aan mensen van buitenaf, maar de manier waarop u reageert op extern grensoverschrijdend gedrag en hoe u uw werknemers opvangt kan bijdragen aan de veiligheid. Ook kunt u afspraken met onder andere leveranciers maken. Extern ongewenst gedrag komt hoofdzakelijk voor als agressie, intimidatie en geweld, maar ook ongewenste seksuele aandacht kan een probleem vormen.
Volgens onderzoek van TNO had in 2020 een grote groep van 21,5% van de werknemers last van extern ongewenst gedrag. Als we dit uiteenzetten naar groep en type ongewenst gedrag komen verschillende cijfers naar voren:
Intimidatie, lichamelijk geweld en pesten zijn de meest voorkomende vormen van ongewenst gedrag door externen. Een aantal cijfers hieromtrent:
Als het gaat om seksuele intimidatie door derden zoals klanten en patiënten is er een duidelijk verschil te zien tussen de ervaringen van mannen en vrouwen, met 1,4% van de mannen die dit ervaart tegenover 8,0% van de vrouwen in 2020.
Ongewenst gedrag van externen komt vaak voor in de vorm van agressie en geweld. Daarom wordt hier ook een focus op gelegd vanuit de Arbeidsinspectie. U kunt ook een zelfinspectie doen omtrent de stand van zaken als het gaat om de aanpak van agressie en geweld door derden. De volgende punten staan vaak op de checklist omtrent agressie en geweld, oftewel A&G, bij een inspectie.
Ontdek waar uw bedrijf aan moet voldoen en download deze gratis checklist.
Bekijk alle downloadsCommunicatie en bewustwording rondom ziekteverzuim onder werknemers
Mediwerk en Verdi Groep: Een sterke samenwerking voor de toekomst
Ontwikkelen van effectief ziekteverzuimbeleid voor de maakindustrie